Jethro & Suzanne.. Around the globe!!

Suid-Afrika deel 2

Na de ochtend doorgebracht te hebben in de Pick ’n Pay, de leukste supermarkt van het land, vervolgen we onze weg naar het dorpje Addo. We besluiten de kortste route te nemen die eindigt met 20 km onverharde weg omdat dit ruim 30 km korter is dan de snelste route (volgens Tom x2). Wat we hierbij van te voren niet weten is dat deze gravel road langs het Addo Elephant NP loopt, waar we een dag later willen rond gaan rijden op zoek naar de grote olifanten waar het park z’n naam aan verleent en waar we willen proberen onze Big 5 compleet te maken door een leeuw te spotten. Als we al hobbelend de laatste 20 km van de dag afleggen staan we dan ook behoorlijk onverwacht opeens oog in oog met een paar olifanten die, weliswaar met een hek ertussen, op zo’n 5 meter bij ons vandaan rustig wat van de struiken staan te kauwen. Als we iets verder rijden staat er een nog grotere groep van deze reusachtige dieren en het voordeel van deze plek is dat we, hoewel we goed in de gaten gehouden worden door de kudde, hier in tegenstelling tot in het park gewoon uit onze auto kunnen stappen. Als we te dichtbij komen doen ze dreigend een stap in onze richting, maar we maken ze zo wel van heel dichtbij mee en maken een aantal prachtige foto’s en video’s. Na een tijdje doorrijden blijkt dat de weg zelfs een klein stukje dwars door het park loopt en in dat gedeelte komen we ook nog een aantal kudu’s en warthogs (Pumba!) tegen. Dan rijden we, nog steeds enigszins verrast door deze onverwachte ontmoeting, door naar het kleine dorpje Addo, zo’n 10 km verderop waar we op het mooie campinggedeelte van The Aardvark Backpackers ons tentje nog net voor het donker opzetten.

Olifant in Addo National Park

Die avond horen we tijdens het koken, van medebackpackers, dat er in het hele park maar zo’n 5 leeuwen rondlopen. Daarom besluiten we het park over te slaan en de volgende ochtend direct door te rijden naar onze mini-vakantiebestemming in Plettenberg Bay. Hoe dichterbij we echter komen, hoe donkerder en bewolkter het wordt en op zo’n 20 km van onze bestemming begint het keihard te regenen. Gelukkig heeft het huisje dat we hier geboekt hebben een open haard waardoor we de avond droog en warm doorbrengen op onze gezellige kamer. De 2 dagen erna genieten we hier van een heerlijk ontspannen mini-vakantie, compleet met relaxen bij het zwembad in het zonnetje, die zich toch af en toe laat zien en elke ochtend nemen we een heerlijk ontbijtje met de lekkerste handmade (chocolade!)muffins ever!
Na 3 heerlijke nachten zijn we weer helemaal opgeladen en vervolgen we onze route. We nemen de Garden Route langs de kust richting het westen, een mooie weg tussen de groene heuvels vol ‘fijnbos’ met af en toe prachtige uitzichten over zee.
Bij het stadje George slaan we af in noordelijke richting en nemen we de weg naar Oudshoorn en vanaf daar rijden we verder omhoog naar de Swartberg Mountains. Onderweg stoppen we bij Karusa Winery waar we een heerlijk glas Sauvignon Blanc drinken. Helaas mogen we niet meer dan 1 glaasje, want we hebben nog een prachtige rit voor de boeg, dwars door Swartberg Pass. De dag eindigt bij het plaatje Prins Albert waar we slapen bij een olijvenboer die naast z’n bedrijfje een klein kampeerterrein beheert. Het schemert al als we aankomen en na een lekkere warme douche kruipen we op tijd ons tentje in.

Swartberg

De daaropvolgende dagen rijden we via Calitzdorp en Ladismith naar Hermanus, een van de bekendere kustplaatsjes in het zuidwesten van het land. Op een avond op de camping bij Ladismith gaat het tijdens het koken goed mis als het pannetje met groente dat op het wankele gaspitje op een krakkemikkige tuintafel staat te koken z’n evenwicht verliest waardoor Jethro een grote plens kokend water over z’n been heen krijgt en we na een bliksembezoek aan de koude douche met een noodvaart doorrijden naar het ziekenhuis, waar ze de inmiddels behoorlijke brandblaar gelukkig snel en goed verzorgen. Met een dikke laag brandzalf en een goed verband komt hij de nacht gelukkig goed door en de dagen erop neemt de pijn gelukkig snel af.
Aangekomen in Hermanus vinden we een fijn hostel waar we onszelf een keer verwennen met een mooie tweepersoonskamer. We lopen onder andere de bekende ‘Cliff Path Trail’ langs de rotsige kustlijn, een mooie wandeling waarbij je in het goede seizoen (juni tot oktober) vanaf de kant walvissen kunt spotten. Helaas zijn wij hiervoor te vroeg, maar desondanks is de wandeling zeker de moeite waard, zeker met dit schitterende weer. Daarna rijden we via de mooie kustweg, met prachtige uitzichten over de baaien en de blauwe zee, richting Kaapstad. Vlakbij deze bekende hoofdstad nemen we de Chapmans Peak drive, een tolweg waarvan wordt beweerd dat het één van de mooiste kustwegen ter wereld is (naar onze mening lichtelijk overdreven, maar het is zeker een mooie weg met prachtige uitzichten). Aangekomen in Kaapstad zoeken we ons hostel op in Greenpoint, het noordelijke deel van de stad.

Uitzicht bij Chapman's Peak Drive

Die avond gaan we naar het toeristische W&A Waterfront waar we heerlijk langs de vele winkeltjes en barretjes slenteren. Iets te opgezet en te toeristisch voor ons, maar leuk om een keer te zijn geweest. De volgende ochtend staan we al vroeg op voor de zware klim naar de top van de Tafelberg. De wandeling begint meteen vrij heftig met een steil pad omhoog, een soort trap van grote hoge stenen rotsen waarover je met grote passen snel stijgt. Het is ontzettend warm, we lopen in de volle zon en zijn dan ook blij als we een half uur later (en tientallen meters hoger) linksaf slaan om onze weg te vervolgen over een redelijk vlak pad dat helemaal van de rechterkant naar de linkerkant van de berg loopt. Daar slaan we vervolgens rechtsaf de Platteklip Gorge in, waar de volgende helse klim begint, naar de bijzondere vlakke top van de wereldberoemde berg. En deze klim is zwaar; één lange grote trap die met grote hoge treden omhoog zigzagt. Langzaam komen we hoger en het eind van de klim loopt door smal deel van de kloof waardoor we eindelijk in de schaduw lopen. Maar al het zwoegen zijn we bijna meteen weer vergeten als we boven zijn en op het randje van de top van de Tafelberg staan… W A U W ! Het uitzicht over Kaapstad is schitterend, de verschillende heuvels om de stad en Fable Bay met iets verderop het bekende Robben Eiland. Het is indrukwekkend hier te staan met ‘de wereld aan je voeten’.

Suus op de Tafelberg

Die avond zoeken we een hostel aan Long Street, dat bekend staat om z’n restaurantjes en cafétjes en de Victoriaanse gebouwen met ‘franse’ balkonnetjes. We kiezen voor een dorm in Blue Mountain Backpackers en eten die avond op het balkon van een leuk restaurantje met uitzicht over Long Street. Na een gezellige avond verlaten we de volgende ochtend de hoofdstad, na nog een bezoekje gebracht te hebben aan de kleurige wijk Bo-Kaap. We rijden bijna direct weer mooie bergachtige natuur in, richting Stellenbosch in de ‘Wine Region’. We rijden één van de eerste wineries op voor een wijnproeverij (Tokara winery) en zowel de witte als de rode wijnen hier vallen niet tegen
Laughing
. Vervolgens rijden we door naar Stellenbosch wat een gezellig en relaxt plaatsje blijkt te zijn. We nemen een kijkje in het Sassol Art Museum en slenteren wat door het stadje en vervolgen daarna onze wijnroute in de richting van Paarl. We stoppen bij de winery ‘Vrede & Lust’, in eerste instantie omdat we de naam leuk vinden, maar de locatie blijkt ook prachtig te zijn met een bijna droomachtig uitzicht over de wijnvelden met op de achtergrond de bergen in het schitterende licht van de ondergaande zon. We mogen kiezen waar we gaan zitten voor onze wine tasting en kiezen voor het enige bankje dat nog in de zon staat. Hier krijgen we verschillende wijnen te proeven te beginnen met de rosé Jess, vernoemd naar de oudste dochter van de oprichter van het wijnhuius. Achter elk wijntje zit een leuk verhaal en daarbij zijn alle soorten die we proeven bovengemiddeld lekker. Het is al bijna 17 uur (en dus al behoorlijk schemerig) als we met een klein glaasje teveel op vertrekken en we rijden daarom maar naar de dichtstbijzijnde camping bij Paarl waar we ons tentje opzetten op een verlaten grasveld.

Cederberg

De dag erop rijden we verder naar het noorden, eerst richting Citrusdal en daarna via een onverharde weg verder richting Algeria waar de ‘Cederberg Wilderness Area’ begint. De weg is redelijk goed en we rijden door de heuvels en tussen de bergen door met om ons heen steeds meer bijzondere zandsteen formaties die op grappige manieren door de wind en de regen zijn gevormd. Onderweg besluiten we een ‘shortcut’ te nemen en via de oostkant van het park richting Calvinia te rijden, zo’n 200km verderop. Dit scheelt zo’n 60km en tot nu toe is de weg goed te doen. Niet veel verderop rijden we langs een bord ‘4x4 Voertuig aanbeveel vir pad na Matjiesrivier’ maar we worden hierdoor niet ontmoedigd en rijden vrolijk verder met ons Kia Picantotje over de steeds smaller en hobbeliger wordende weg richting Wuppertal, 34km verderop.. verkeerde keus! Waar we om 13.45u nog dachten dat we rond 15.00u wel in Wuppertal zouden zijn (ruim een uur voor zo’n 30 km, dat lijkt niet onmogelijk, maar is het in dit geval helaas wel) verandert die gedachte al snel naar ‘we moeten maar zien hoe ver we vandaag komen’. Het worden een aantal ellendige uren met kuilen en uitstekende stenen zo groot dat we meerdere malen denken dat het echt onmogelijk is deze te passeren zonder de auto compleet te vernielen en stukken met zand dat zo mul is dat we bang zijn niet boven te komen met onze 1.0. Vooral de laatste aantal kilometers voor Wuppertal, dat we verderop in het dal al zien liggen, zijn zo verschrikkelijk slecht dat Suus lopend voor de auto uit gaat om Jet cm voor cm te begeleiden over elke rots en langs elke kuil die fataal kan zijn voor ons autootje. Deze 5 km kosten dan ook ruim 1,5 uur en in plaats van de geschatte 15.00u is het al bijna 18.00u als we EINDELIJK het niet al te fraaie Wuppertal bereiken. We rijden nog een stukje door en stoppen vlak voordat het echt helemaal donker is op een redelijk vlak en kaal stukje grond langs de weg (die hier overigens weer prima te doen is). Dat wordt een nachtje in de auto letterlijk ‘in the middle of nowhere’ (maar wel onder een prachtige sterrenhemel).

Onze kampeerplek dichtbij Kgalagadi Transfrontier Park

De 2 daaropvolgende dagen rijden we via Calvinia en Uppington richting het noorden de Kalahari in. Hoe noordelijker we komen hoe roder het zand tussen de groenige heide wordt. Uiteindelijk komen we aan bij de Kalahari Trails Bush Camp, de dichtstbijzijnde slaapplek (gelegen op zo’n 35 km) van Kgalagidi Transfrontier Park. Hier hebben we een bijzonder campingplekje in het rood-oranje zand en zetten ons tentje op in één van de 4 afgeschermde plekken. De volgende ochtend rijden we na een snel ontbijtje om 6.45u weg van de camping en na het nodige invulwerk aan de gate rijden we stipt 7.30u Kgalagidi Transfrontier Park binnen. Dit park staat erom bekend de grootste kans te hebben om katachtigen te spotten, zoals cheetahs en luipaarden en natuurlijk, ons belangrijkste doel, leeuwen.. en het lukt! Na ongeveer een uur zien we een eindje voor ons een paar auto’s stilstaan (wat meestal betekent dat er iets interessants te zien is) en al snel zien we aan de rechterkant van de weg in de droogstaande rivierbedding een grote leeuw lopen. Yesss, we hebben hem! Tick the box, de hele big 5 afgevinkt
Cool
.

Leeuw in Kgalagadi Transfrontier Park

Als we dichterbij komen zien we wat we al dachten te zien; het is een mannelijke black-maned lion, een zeldzame soort waar dit park bekend om staat met een grote weelderig bos donkere manen om z’n kop die hem zo mogelijk nog indrukwekkender maakt. Geweldig om te zien hoe krachtig zo’n beest zich voortbeweegt zonder zich iets van ons of van andere auto’s om ons heen aan te trekken. Hij steekt rustig tussen iedereen door de weg over en gaat aan de andere kant van de weg rustig in het rode zand liggen luieren.
Het weer is vandaag niet zo best, niet echt weer om met de ramen open dieren te spotten en het lijkt erop dat deze het daarmee eens zijn, want op een tweede leeuw na, een vrouwtje deze keer, zien we de rest van de dag geen enkele Big Cat. Gelukkig leven er naast deze jagende carnivoren ook heel veel minder gevaarlijke dieren in dit park en zien we ook veel gemsbokken, springbokken, steenbokjes, wildebeasts, schattige eekhoorntjes, giraffen, jakhalzen, roofvogels and so on! Aan het einde van de dag rijden we dan ook voldaan het park weer uit.

De daaropvolgende dagen rijden we langzaam naar onze eindebestemming van deze reis, Johannesburg. Hier bezoeken we onder andere nog het Apartheid Museum waar op dat moment oa een tentoonstelling is over het bijzondere leven van Nelson Mandela (een half jaar later overlijdt hij op 95-jarige leeftijd).

We hebben genoten van deze prachtige reis door dit bijzondere land en Zuid-Afrika behoort zeker tot één van onze favorieten!

Tot Siens! Jet en Suus

Black-backed jackal in Kgalagadi Transfrontier Park

Last but not least.. South Africa!

Zoals de meesten van jullie inmiddels weten, hebben we onze reis redelijk abrupt moeten onderbreken, maar na een tijdje thuis te zijn geweest hebben we besloten om voordat het werkende leven weer begint onze vrije tijd nog één keer te besteden aan waar die eigenlijk voor bedoeld was; reizen. En we sluiten onze reisperiode niet met de minste bestemming af, we gaan 1,5 maand lang Zuid-Afrika verkennen!

Het eerste wat ons opvalt bij aankomst op het vliegveld van Johannesburg is dat iedereen zingt, van de douanier die ons paspoort aanvult met een nieuwe stempel, tot de toiletjuffrouw, het lijkt erop dat ze het naar hun zin hebben. We halen ons gehuurde autootje op, een leuke Kia Picanto waar onze bagage inclusief kampeeruitrusting net allemaal in past, en rijden het zonovergoten landschap in richting Graskop, zo’n 6 uur rijden in noordoostelijke richting.

De eerste paar dagen staan in het teken van wandelen. We laten ons niet tegenhouden door het slechte weer en leggen heel wat kilometers af door dichte bossen, langs diepe kloven en naar indrukwekkende watervallen en zitten er zo al snel weer helemaal in. We rijden de prachtige Panorama Route, langs de Blyde River Canyon en eindigen in Phalaborwa, zo’n 2 km van één van de noordelijke ingangen van Kruger National Park. We gaan wilde dieren spotten, 3 dagen lang van 06.00u ’s ochtends tot 18.00u ’s avonds, hobbelend over onverharde weggetjes tussen de vaak dichtbegroeide struiken op zoek naar enige beweging. Het is vooral in het noordelijke deel mooi rustig in het park en het is erg leuk om al speurend om je heen langzaam rond te rijden met de kans dat er opeens een olifant naast je staat. En dat gebeurt! Al moeten we soms veel geduld opbrengen, af en toe staan we opeens oog in oog met een buffel, loopt er een giraffe op z’n dooie gemakje voor onze auto langs of ligt er een (joekel van een) neushoorn een middagdutje te doen in het kleine plekje schaduw midden op de weg. We overnachten in 2 verschillende rest camps in het park, 1x in een safaritent en 1x in een rondavel (rond stenen hutje met rieten dak) om de volgende ochtend weer heel vroeg op pad te gaan. Het zijn 3 vermoeiende maar bijzondere dagen, waarin we veel verschillende dieren spotten, waaronder 80% van de Big 5 (ja, dat zijn er 4).

Giraffe in Kruger National Park

Vanaf de meest zuidelijke uitgang van het park vervolgen we onze weg via Swaziland (waar die dag toevallig de koning jarig is, maar we besluiten die chaos maar te mijden) naar St. Lucia in de wetlands aan de oostkust. Hier wandelen we wat langs de kust en gaan we een dagje naar Hluhluwe-iMfolozi Park, opnieuw een dagje op zoek naar alle wilde dieren die dit land rijk is. Hier zien we oa zebra’s, impala’s, olifanten, wildebeasts, giraffen, buffels, kudu’s, warthogs (Pumba! J) en veel neushoorns, sommige zelfs met jong. Heel mooi om zoveel bijzondere dieren van zo dichtbij in hun natuurlijke leefomgeving te zien.

De volgende bestemming is de uitgestrekte bergketen van de Drakensbergen, op de grens met Lesotho. We slapen 4 nachten in ons tentje op de camping van Bergville, een klein plaatsje op een uurtje rijden van het noordelijke deel, van waar we verschillende delen van deze prachtige omgeving verkennen. De dagen zijn in Zuid-Afrika helaas erg kort, om 18.00u is het elke dag pikdonker, dus we koken vaak enigszins op de gok op onze campinggasjes. Op de camping maken we ’s avonds een kampvuurtje in de metalen korf (die eigenlijk dient als braai, oftewel barbecue) die we tot onze beschikking hebben, voordat we dik ingepakt ons slaapzakje inkruipen; de nachten zijn hier ontzettend koud! Na 4 nachten zijn we er dan ook wel klaar mee en is het tijd om richting de zuidkust te gaan. We maken nog een stop op de Sani Pass, de hoogste grensovergang met Lesotho op 2865m, maar mogen met onze Kia 1.0 helaas niet verder dan de Zuid-Afrikaanse grenspost, de laatste 8 km tot de grens schijnen te steil en te gevaarlijk te zijn en mogen alleen gereden worden met een 4WD. We moeten Lesotho dus helaas skippen en rijden voorzichtig de hobbelige weg door de prachtige groene bergen weer naar beneden. Daar slapen we een nachtje om de volgende ochtend door te rijden naar de Wild Coast waar we het eind van de middag aankomen in Coffee Bay. Dit blijkt een apart dorpje met veel blowende reggae-figuren en andere ongure gasten, dus na een nachtje in een pikdonkere safaritent in een vaag hostel (Jah Drums, de naam zegt het al, een hele avond een ‘live-trommel-concert’), hebben we het hier wel gezien en rijden we via het bekende ‘Hole in the Wall’ (juist ja, een gat in een rots, maar wel op natuurlijke wijze ontstaan door de alsmaar inbeukende golven) over de soms bijna onmogelijke onverharde wegen naar Cintsa, helemaal aan de westkant van de Wild Coast. Onderweg worden we aangehouden voor verkeerd inhalen en krijgen we een bekeuring van 1500 Rand (zo’n €140,-), waarbij de vriendelijke agent direct aangeeft dat ‘we don’t have to pay the whole amount’. Hij gaat akkoord met 200 Rand als we snel doorrijden, waar we (hoe corrupt ook) maar mee instemmen.

Royal Natal National Park

Cintsa is het eerste dorpje wat we tegenkomen waar veel (rijke) blanke mensen wonen, in belachelijk dikke kasten van huizen met uitzicht over de prachtige baai. Vandaag hebben we het andere deel van het dorp (de ‘community) meegemaakt waar we een ochtendje als vrijwilliger op een crèche hebben gewerkt. Leuke ervaring (voor een ochtend J) met allemaal schattige (en minder schattige) donkere kindjes om ons heen die vermaakt en gevoed moesten worden. We slapen hier (wederom) in een safaritent, dit keer mét licht en met een veranda met schitterend uitzicht over de baai. Morgen rijden we verder langs de kust richting het westen, waar onze eerstvolgende stop Addo zal zijn, op zo’n 10km van het Addo Elephant Park. Hier gaan we, naast de olifant die hier wsl te vinden zal zijn, op zoek naar de laatste van de Big 5, de leeuw, die we als enige (al wel gehoord maar) nog niet gespot hebben. Fingers crossed!

Groetjes Jethro & Suzanne

Community Creche Cintsa